Het allemansrecht, of zoals de Zweden het noemen, Allemansrätten, is een uniek recht dat je de mogelijkheid geeft om van de natuur te genieten, zelfs op privégrond. Het betekent dat je vrij kunt wandelen, kamperen, en genieten van de Zweedse bossen, meren en bergen, zolang je de natuur en de eigendommen van anderen respecteert. Dit bijzondere recht gaat echter hand in hand met verantwoordelijkheden.

Wat mag je doen?

  • Je mag vrij wandelen, fietsen en skiën, ook op privégrond.

  • Je mag bessen, paddenstoelen en bloemen plukken, zolang deze niet beschermd zijn.

  • Je mag voor een korte periode kamperen in de natuur, mits je geen schade toebrengt aan de omgeving en het achterlaat zoals je het gevonden hebt.

Wat mag je niet doen?

  • Je mag geen bomen of struiken beschadigen of omhakken. In bossen ligt er vaak hout genoeg als je iets van vuur wil maken. Je kan het natuurlijk ook altijd zelf meenemen.

  • Je mag geen afval achterlaten. Alles wat je meeneemt, neem je ook weer mee terug. Wij nemen vaak ook afval mee die we terugvinden. Je probeert het altijd beter achter te laten dan dat je het hebt gevonden.

  • Je mag geen vuur maken op plekken waar dit verboden is, bijvoorbeeld in droge periodes of te dicht bij bomen. Er zijn plekken genoeg waar je vuur kan maken. Uiteraard altijd rekening houden met de voorschriften op dat moment.

  • Je mag geen verstoring veroorzaken voor dieren of andere mensen.

Een belangrijke regel van het allemansrecht is: “Laat niets achter, behalve je voetafdrukken.” Dit houdt de natuur schoon en toegankelijk voor iedereen.